klik op de witte balken om een nieuw blad te openen

Aanwijzende voornaamwoorden

 

Je gebruikt deze woorden als je iets of iemand aanwijst

deze auto, dat huis, die cadeau's

In het Engels zijn er vier : this - that - these - those

wanneer gebruik je ze ?

 

This - als iets dichtbij en enkelvoud is : This dress is very nice (deze jurk)

That - als iets veraf en enkelvoud is : I don't like that boy over there. (die jongen)

These - als iets dichtbij en meervoud is : These apples taste better. (deze appels)

Those - als iets veraf en meervoud is : Those houses are expensive. (die huizen)